Een hoog DM-percentage: wat is ideaal?

Het drogestofgehalte in de kuil is aan de ene kant bepalend voor de stabiliteit van de kuil en aan de andere kant voor de beschikbare voederwaarde. Hoe hoger het DS-percentage, hoe lastiger het compact aanrijden van de kuil wordt. Bovendien zorgt gebrek aan vocht er voor dat minder suikers omgezet worden in melkzuur en des te langer duurt het dus voordat de kuil stabiel is. Een alsmaar hoger DS-percentage is niet het juiste doel, maar wat is dan wel ideaal? 

gras inkuilen zomersVoor een goede balans tussen voederwaarden en conservering is een DM-percentage tussen de 35% en 45% een prima streefwaarde (Eurofins Agro). Maar nog beter is het de drogestof af te stemmen op het maaimoment en de kwaliteit van de snede.

Eurofins Agro zette hiervoor een aantal handvatten voor u op een rij:
(bron: http://eurofins-agro.com/nl-nl/expertise/voederwaarde/artikelen/het-optimale-percentage-droge-stof)

U kunt beter wat droger inkuilen (>40%) als u:

  • Vaak jongere grassnedes maait. Om deze kuilen met een hoge voederwaarde en een snelle vertering goed te kunnen benutten is het namelijk van belang ze wat droger in te kuilen om zo de passage- en verteringssnelheid wat te remmen.  
  • Een eerste snede maait. Deze kuilen zijn in Nederland vaak (ongeacht de zwaarte van de snede) van nature al te snel verteerbaar. 

U kunt beter wat natter inkuilen (rond 30%) als u:

  • Een zware, doorgeschoten snede maait, of grasland met een matige voederwaardekwaliteit. 
  • Regelmatig veel problemen met broei heeft. Door niet te droog in te kuilen zorgt u voor meer natuurlijke zuren in de kuil die broei remmen. Daarnaast is het product beter te verdichten in de kuil. N.B: Zorg dan wel dat u niet te jong maait. Anders wordt uw gras te snel verteerbaar en wordt het moeilijker om de voederwaarde goed te benutten in de pens van de koe.