4 situaties waarbij de conservering wel wat extra hulp kan gebruiken

Een goede conservering vormt altijd de basis voor kwalitatief kuilvoer. Voor een belangrijk deel hangt dat af van uw inkuilmanagement en de omstandigheden daaromheen. In een aantal situaties kan de conservering zéker wat extra hulp gebruiken: 

aanrijden kuil

1. Lastig aan te rijden zijkanten van de kuil

De zijkanten van de kuil zijn, ook wanneer er in een sleufsilo ingekuild wordt, soms lastig aan te rijden. Juist deze plaatsen zijn gevoelig voor broei, waardoor de verliezen in energiewaarde kunnen oplopen tot wel 50%.

2. Hoog drogestofgehalte

Een hoog drogestofgehalte maakt het lastiger om de kuil goed, compact aan te rijden. Er komt makkelijker ‘luchtinlaat’ tot diep in de kuil en zo krijgen gisten en schimmels de kans zich verder te vermenigvuldigen.

3. Hoog suikergehalte

Suiker speelt een belangrijke rol bij de smakelijkheid van het voer en dient als brandstof voor de conservering. Echter kuilen met een hoog suikergehalte zijn (suiker=energie) ook gevoeliger voor broei. Een inkuilmiddel kan zorgen dat de conservering sneller verloopt en de beschikbare suikers direct efficiënter omgezet worden.

 4. Ongunstige weersomstandigheden

Bij wisselende weersomstandigheden en wisselende drogestofopbrengsten brengt Ecosyl binnen 24 uur extra snel stabiliteit in de pH van de kuil.